Waarom doe ik wat ik doe.

Hoe handwerk in mijn leven kwam.

Ik heb veel zijwegen bewandeld. Maar nu is het ook helemaal kloppend dat ik doe wat ik nu doe. Ik was als kind altijd al bezig met mijn handen, ik zat op ceramiek les, teken les, boeken binden les, leer bewerken les, bloemen schikken. Op de (reguliere) basis school kregen we ook uitgebreid handwerk onderwijs… breien, haken, borduren etc.  Thuis leerde ik van mijn moeder naaien en ik vond het fantastisch, eerst maakte ik eindeloze mode collecties voor mijn poppen en daarna ging ik al snel voor mijzelf kleding maken. Ik dook er helemaal in en was in een andere wereld, het voelde als zonde om uiteindelijk te moeten stoppen om tijd te maken voor een maaltijd. Je zou denken- dat was jaren 80 in de sovjet unie. En dat klopt, het feit dat je nergens iets kon krijgen heeft zeker bijgedragen aan de creativiteit van de mensen. En die hippe trui of warme sokken kon je niet bij hm halen, die moest je wel echt zelf breien. En zonder social media en allemaal schermpjes hadden mensen daar ook gewoon tijd voor (zucht, toch een beetje nostalgie). Maar ook in 2023 is het nog steeds normaal in Letland om met eigen handen van alles moois te maken en de vrouwen bladen staan vol met patronen, recepten en creatieve inspiratie. Dus dat handwerk zit zeker diep in mij.

 

De keuze voor natuurmaterialen.

Al woonde ik in de mooie hoofdstad Riga, ik had geluk om de eerste 14 jaar in het groene en rustige deel van de stad door te brengen. Ik was altijd buiten, hutje aan het bouwen, spelen, alleen overal rond fietsen, bij het meer zitten in de verte staren. Natuur was een belangrijk en vanzelfsprekend deel van mijn leven. Ik zou me nu niet kunnen voorstellen om met iets anders dan natuurlijke materialen te werken.

 

Waarom vind ik het zo normaal om materialen te hergebruiken.

Ook het hergebruiken van materialen is geen toeval. Dat was een belangrijk onderdeel van de creativiteit voor ons in de sovjet tijden. Want (en het is nu moeilijk om voor te stellen) bij de winkel was er heel weinig te krijgen. Via via kon je aan een paar meter van een mooie stof komen, maar dan moest je wel de juiste persoon kennen die het voor je zal reserveren. Veel handel gebeurde er onder de toonbanken. Of was er wel iets waardevols in de winkel, maar je moest er uren lang in de rij voor staan (ook voor brood, zeep en suiker). Iets zelf gebreid (als het niet meer past of uit de mode was) uit elkaar halen, met andere wol combineren en opnieuw iets mee breiden was heel normaal. De spijkerbroeken hadden alleen mensen die het geluk hadden om familie in het buitenland te hebben en een pakketje van hun te mogen ontvangen. Ze werden ook voor veel (zwart) geld verhandeld. Dus heel chic en luxe. In de jaren 90 toen Letland onafhankelijk werd kwam het wel langzaam ons land binnen. Maar dan ook vooral via tweedehands winkels (oude kleding die uit westen naar ons werd gestuurd). Dat was natuurlijk ook een aanleiding om er creatief mee om te gaan en te restylen om ze te laten passen. Mijn moeder maakte voor ons hele leuke school rugzakken in patchwork style. Deze waren zo cool dat ze nog bestellingen kreeg van de vriendinnen van mij en mijn zus. Ik was denk ik 13 toen ik voor mijzelf zo’n hippie style- flared patchwork broek had genaaid van allemaal oude spijkerbroeken. Je weet niet hoe blij ik er mee was! 

True story :).